Erfgoedputdeksels
Het verhaal van de Eindhovense wederopbouw ligt op straat
Hoe houd je erfgoed levend voor bewoners en bezoekers van een stad?
- Over de wederopbouw in Eindhoven Tijdens de Tweede Wereldoorlog (1940-1945) namen Duitse bezetters de Philips fabrieken in. De geallieerden probeerden hen met bombardementen te verdrijven. Een deel van de binnenstad werd daardoor verwoest. Na de oorlog liet het gemeentebestuur nog meer van de Eindhovense binnenstad slopen, om de stad te moderniseren en ruim baan te maken voor het verkeer. Daardoor veranderde Eindhoven op sommige plekken flink. Het station en spoor kregen een nieuwe locatie en er kwam een rondweg. Bovendien groeide Eindhoven snel: er waren op korte termijn veel woningen nodig. En dat terwijl er in die tijd, in de nasleep van de oorlog, weinig geld en middelen waren. Dat leidde tot een typische bouwstijl. In Eindhoven is het Centraal Station een van de mooiste voorbeelden van bouwkunst uit de wederopbouwperiode. Tegenwoordig is het een rijksmonument. Ook de brug over de Dommel bij het Stratumseind, alle panden aan de Demer en Hermanus Boexstraat én het Designhuis (voormalig kantongerecht) zijn kenmerkende gebouwen uit die tijd. Tot de wederopbouwperiode wordt alles gerekend dat gebouwd is vanaf de Tweede Wereldoorlog tot 1965. Voor de erfgoedputdeksels is dit tijdvak iets ruimer opgevat: kenmerkende Eindhovense architectuur vanaf 1929 tot en met de jaren zeventig is onderdeel van het reliëf in de erfgoedputdeksels.
Erfgoedputdeksels in het kort
De binnenstad van Eindhoven heeft op het gebied van architectuurerfgoed heel wat te bieden. Als je maar weet waar je moet kijken. De erfgoedputdeksels in de Eindhovense binnenstad, ontworpen door Atelier van Asseldonk, helpen daarbij.
Atelier van Asseldonk werkte voor dit project nauw samen met de Stichting Wederopbouw Eindhoven. Met de deskundigen van deze stichting trok ontwerper Aart van Asseldonk door de binnenstad, en fotografeerde bijzondere details: op het station, bij de Demer, op het Stratumseind en meer. Atelier van Asseldonk ontwierp op basis van bijzondere architectonische details uit de wederopbouwperiode in Eindhoven een reliëf. Dit reliëf is de basis voor de driehonderd putdeksels in de binnenstad. Het volledige reliëf komt in cortenstaal op nieuwbouw in de Stationsstraat, in de buurt van het Centraal Station van Eindhoven.
Over Atelier van Asseldonk
Atelier van Asseldonk combineert het oude, traditionele ambacht met moderne technieken en inzichten. Het atelier werkt voor particulieren, in de publieke ruimte en voor organisaties, en ontwerpt zowel in opdracht als autonoom werk. De ontwerpers richten zich op kunstopdrachten, architectuur, interieurconcepten en productontwerp. Ze combineren functioneel design met conceptueel denken.
Atelier van Asseldonk richtte bijvoorbeeld het kantoorgedeelte van BRUNS DeStijlfactory in, en ontwierp unieke objecten voor onder meer CHV Noordkade Veghel en restaurant Waag in Leiden. Verder staat Atelier van Asseldonk bekend om de industrieel ogende, achthoekige lampen, zoals ‘Trouble Light’, onder andere te zien op Strijp-T in Eindhoven.
Kijk voor meer informatie op ateliervanasseldonk.com.
Stichting Wederopbouw Eindhoven
Stichting Wederopbouw Eindhoven – voluit: Stichting Bescherming Wederopbouwerfgoed Eindhoven – bestaat uit een groep architecten, stedenbouwkundigen en andere professionals. De stichting adviseert de gemeente, eigenaars en ontwikkelaars over behoud van het wederopbouwerfgoed, bijvoorbeeld bij verbouwing van panden of herinrichting van wijken. Daarnaast vergroten ze de bekendheid van dit erfgoed, bijvoorbeeld door rondleidingen te geven. Zo houden ze het erfgoed van de wederopbouwperiode in Eindhoven levend.
Kijk voor meer informatie op sbweindhoven.nl.
Over de aanleiding
In 2020 kwam Cultuur Eindhoven met een open call. De stichting riep daarmee ontwerpers, architecten en andere makers in de creatieve industrie op om te werken aan actuele uitdagingen in het Eindhovens erfgoed. Aart van Asseldonk reageerde op de oproep, vanuit zijn interesse voor erfgoed en architectuur. Het open-calltraject bestond uit een aantal speeddates, met verschillende erfgoedorganisaties in Eindhoven. De speeddate met Stichting Wederopbouw Eindhoven was een wederzijdse match: de stichting zocht creatieve manieren om het verhaal van de wederopbouw in Eindhoven voor bewoners zichtbaar te maken en Aart zag daar interessante aanknopingspunten in. Dus: aan de slag!
‘‘De putdeksels zijn stepping stones om het verhaal van de wederopbouwperiode mee te vertellen. Het laat goed zien hoe bijzonder deze periode was.’’Harrie van Helmond| Stichting Wederopbouw Eindhoven
Het idee
Bij de open call van Cultuur Eindhoven hoorde geen gerichte opdracht. Studio van Asseldonk en Stichting Wederopbouw Eindhoven hadden dus de vrijheid om zelf met een plan te komen. Hun onderzoek startte met een rondleiding door de binnenstad van Eindhoven. Want waar zit dat wederopbouwerfgoed dan precies? Hoe ziet het eruit, en wat maakt het bijzonder?
Zo brachten ze samen bijzondere details in kaart, zoals de vormgeving van het station en de gevels op de Demer. Ook definieerden ze wat deze periode nu zo uniek maakte: na de oorlog was er weinig geld en materiaal, en tóch ontstond daaruit een interessante stijl. Ook bleek de verbinding met toen en nu groter dan gedacht. In de wederopbouwperiode moesten architecten creatief zijn met weinig geld en middelen. Vandaag de dag is het andersom: geld en materiaal is er genoeg – de creativiteit zit ‘m nu juist in minder materialen verbruiken en duurzamer en betaalbaar bouwen.
Het zandstenen kunstwerk ‘Ik kom, Ik ga’ op de gevel van het centraal station van Eindhoven bracht Aart van Asseldonk op een idee: wat als we alle details uit de wederopbouwperiode verwerken in één reliëf?
‘‘Hoe meer je weet over het verhaal van je stad, hoe meer je je er verbonden mee voelt. De putdeksels dragen bij aan die verbinding.’’Jennemie Stoelhorst| Gemeente Eindhoven
Het plan
Stichting Wederopbouw Eindhoven wil de architectuur uit de wederopbouwperiode zichtbaar maken in het straatbeeld. Maar hoe pak je dat aan? De herinrichting van de Eindhovense binnenstad bood daar aanknopingspunten voor. Namelijk: om iets te ontwikkelen dat niet tijdelijk is of los van de stad staat – zoals informatieborden – maar iets te maken dat opgaat in de straten van het centrum.
Aart maakte van het reliëf een grafisch beeld dat gemeente Eindhoven ook als designtool kon gebruiken voor de binnenstad. Bijvoorbeeld voor het ontwerp van straatmeubilair. Met de digitale variant van het reliëf sloten de ontwerper en Stichting Wederopbouw Eindhoven de opdracht voor Cultuur Eindhoven af. Op eigen initiatief gingen ze door om hun project ook écht in het straatbeeld zichtbaar te krijgen.
Aart stapte naar het ontwerpteam binnenstad van gemeente Eindhoven, en presenteerde het reliëf daar verschillende keren. Het ontwerpteam was enthousiast, en vroeg de ontwerper om vanuit het reliëf nieuwe putdeksels voor de binnenstad te ontwikkelen.
‘‘Eindhoven is geen lelijke stad, zolang je weet waar je moet kijken. Deze putdeksels helpen daarbij. Voor een nieuwe blik op vroeger en nu.’’Aart van Asseldonk| Atelier van Asseldonk
De uitvoering
In de putdeksel staan – op abstract niveau – details uit de architectuur van Eindhoven. De basis is een rand met vijf velden met details van architectonische iconen uit Eindhoven. De vijf vlakken symboliseren de vijf dorpen waaruit Eindhoven ontstond. Kijk je goed naar de rand, dan zie je de gelijkenis met het bovenaanzicht van het Evoluon. Op het putdeksel staan details van het Klokgebouw, het Centraal Station, het Parktheater, het Philips Stadion en het Bijenkorf-gebouw. Daarnaast zijn er details van de wederopbouwarchitectuur op de Demer. Ook de Eindhovense ‘vibe’ siert het ontwerp. In het midden loopt de Eindhovense stadsgrens. Het is de grens die Jacob van Deventer in de 16e eeuw tekende op de allereerste gedrukte kaart van de stad. Tot slot prijkt de naam van de stad op het deksel.
Voor de ontwikkeling van de putdeksel werkte Aart van Asseldonk nauw samen met producent Nering Bögel. Het putdeksel mocht van het ontwerpteam binnenstad van gemeente Eindhoven niet duurder worden dan de huidige variant. Nering Bögel dacht mee over het ontwerp: klopt het met veiligheidseisen en duurzaamheid? En is het ontwerp geschikt voor gietijzer?
Alle erfgoedputdeksels in het centrum van Eindhoven zijn hetzelfde. Behalve de deksels op de Demer. Daarvoor ontwikkelde Atelier van Asseldonk een andere putdeksel. Deze putdeksel is deels gegoten, en deels opgevuld met bewerkt staal. Het maken van een gietmal is te kostbaar voor een klein aantal exemplaren. De unieke putdeksels op de Demer zijn de kers op de taart van het project.
‘‘Of we voor Eindhoven een unieke putdeksel wilden maken? Natuurlijk! Een bijzonder project én een bijzondere samenwerking.’’Henri van Geneijgen| Nering Bögel
Would you like to learn more?
A fresh perspective from a designer brings surprising solutions to all kinds of challenges. Want to learn more about how design expertise can benefit your project?
Contact us